Doo-chil, een 46-jarige eigenaar van een kleinschalige pluimveehouder, is het hoofd van het gezin, maar zonder gezag, nogal geïntimideerd door een agressieve vrouw, schoonmoeder en drie dochters. Op een dag levert Doo-chil kippen af bij een slachthuis en ontmoet Ok-ja die daar als boekhouder werkt. Ok-ja prostitueert zichzelf 's nachts in motels en kapsalons om haar gezin te onderhouden. Hij voelt mededogen met haar en benadert Ok-ja, ze zal ook geleidelijk naar hem toe leunen, ontroerd door zijn eerlijkheid en oprechtheid.